Implantaat

Soms zijn er geen geschikte eigen tanden of kiezen die als steun kunnen dienen voor een kroon, brug of kunstgebit. In zo’n geval kan er een kunstmatige wortel worden geplaatst in de kaak: een implantaat. Een implantaat kan eventueel ook een voortand vervangen. Het plaatsen van een implantaat wordt uitgevoerd door een kaakchirurg/implantoloog. De ingreep wordt voorbereid met een onderzoek van het kaakbot met röntgenfoto’s of scans. Als er een goede plaats voor het implantaat is gevonden, wordt via een snee in het tandvlees een gaatje gemaakt in het bot. Daar wordt het implantaat in gedrukt of geschroefd. Vervolgens wordt het tandvlees gehecht. De eerste dagen na de operatie moet u erg voorzichtig zijn met het implantaat. Raak het niet aan en eet zacht voedsel. Een implantaat heeft 3 maanden tot een half jaar nodig om stevig vast te groeien. Tot die tijd mag het niet worden belast. Als u een implantaat hebt gekregen, is een goede mondhygiëne extra belangrijk.

maxresdefault-1